De voeding krijgt vaak de schuld als het paard niet goed presteert of vage klachten heeft. Terecht of niet? Bepaalde klachten of ziekten zijn duidelijk met het rantsoen of bepaalde voedermiddelen in verband te brengen. Koliek door een verstopping van stro of door het eten van gemaaid gazongras, hoefbevangenheid na het eten van overmaat aan krachtvoer, slokdarmverstopping van het eten van droge bietenpulp, etc. Echte tekorten van specifieke voedingsstoffen komen tegenwoordig steeds minder voor zoals een tekort aan vitamine E/selenium bij veulens of een langdurig calciumtekort door een overmaat aan fosfor. In minder extreme vormen kunnen rantsoenen wel onvolledig zijn in het aanbod van voedingsstoffen. Omdat dit vaak slechts een beperkte periode is zal het niet altijd resulteren in een specifieke symptomen van een tekort, maar juist vage klachten geven zoals het minder goed verharen, een doffe uitstraling of tegenvallende prestaties vertonen. Deze lezing biedt informatie over voedermiddelen of rantsoensamenstellingen die leiden tot aandoeningen of klachten en adviezen over hoe dit te voorkomen.