“Ja”, zegt de deelneemster aan de workshop, “nu wordt het duidelijk.”
Waar het over gaat?
Het besef hoe je daadwerkelijk verschil voelt tussen paarden met een andere Body Condition Score. Het beoordelen van meerdere paarden, leert je de subtiliteit van “voelen”.
Door dit beter in de vingers (!) te hebben, kan je je paard beter voeren en dus gezond houden. Omdat de verandering in de voedingstoestand heel geleidelijk gaat, “groei” je mee in het beeld dat het paard je laat zien.
Voeradvies op basis van gewenst gewicht en conditie
Een voeradvies is gebaseerd op de huidige stand van zaken. Wat is de conditie van het paard? Zijn er gezondheidsklachten? Waaruit bestaat het huidige rantsoen? Heeft de voeding met de klachten te maken of kan het rantsoen aangepast worden om deze te verbeteren? En zo komt een advies tot stand. Altijd gebaseerd op het gewenste lichaamsgewicht en conditie van het paard. Stel je paard is te dik en je voert energie op basis van de behoefte berekend op het huidige gewicht, dan voer je teveel energie en blijft het paard dik of wordt nog dikker. Hetzelfde geldt voor een mager paard.
Je voert dus om het paard in een bepaalde (gezonde) conditie te krijgen (en te houden).
Bij een voeradvies krijg je (van mij) altijd de opmerking om de Body Condition Score regelmatig te controleren. Het voeradvies is zo goed mogelijk passend gemaakt voor het paard, maar elk paard is anders en kan toch weer anders reageren. Daarbij zal in de loop der tijd weer van alles veranderen, doordat er ander ruwvoer komt, of het paard meer of minder aan het werk wordt gezet.
Bottomline → de body condition score is leidend voor de energie die je voert met het rantsoen!
Tijdig bijsturen voorkomt excessen
Het is dus belangrijk dat je als paardeneigenaar weet wat de Body Condition score is en hoe je dat aan je eigen paard controleert.
Door deze controle elke maand uit te voeren, ben je altijd op tijd om aanpassingen te doen als het de verkeerde kant op gaat.
Een beetje mager of een beetje dik is niet zo erg. Maar het risico van overgewicht op het ontstaan van hoefbevangenheid zou eigenlijk niemand willen nemen. Helaas is niet iedereen bewust van het overgewicht van hun paard. En ook al heeft een paard al lange tijd overgewicht zonder problemen, dit kan opeens toch ontaarden in hoefbevangenheid.
Ook een te sterk vermagert paard is natuurlijk ongewenst, maar kan bij seniorpaarden zeker voorkomen. Tegenwoordig zijn er veel rantsoenaanpassingen mogelijk om dit grotendeels te voorkomen. Als je maar op tijd begint!
Theorie en praktijk
In theorie kan het je volledig duidelijk zijn hoe het werkt met meer of minder vetophopingen en hoe dit het beeld van het paard verandert. Maar toch is het in de praktijk iets anders om je eigen paard hierop te controleren.
Wat helpt is om hier een gestructureerde aanpak voor te leren. En wat ook helpt is om dit in alle rust onder begeleiding bij een hele reeks paarden te oefenen. Want het is in de praktijk toch niet altijd hetzelfde als hoe het in de boeken staat geschreven en door het te doen, leer je wat je moet voelen en wat dit betekent.
Vandaar dat ik vaak tijdens een workshop bij cursisten het kwartje letterlijk hoor vallen en zeggen ze:” Oh, dus dit moet ik voelen? Ja, nu wordt het duidelijk!”